Over Dappere Dodo’s tussen Dam en Dam

Geplaatst door

Leef, alsof het je laatste dag is
Leef, alsof de morgen niet bestaat
Leef, alsof het nooit echt af is
En leef, pak alles wat je kan

Dit opwekkingslied van André Hazes De Zoon teisterde mijn gehoorgangen tot wel drie keer toe afgelopen zondag. Dan weet U wel hoe laat het is. De ‘r’ was weer in de maand gekropen en dan staat natuurlijk het veelbejubelde Dam-tot-Damspektakel voor de deur. Het grootste hardloop-volksfestijn dat Nederland rijk is, dat misschien wel de hele wéreld rijk is. Liefst 46000 levenslustigen zouden hun kans gaan pakken op het eremetaal aan de eindstreep op de Peperstraat in Zaandam. Maar daarvoor moesten zij wel eerst 16.093 kilometer door weer en wind ploeteren tussen de twee Dammen. Pas na de finish zou het echt af zijn.

De toon van de weersvoorspellingen voor zondag 23 september 2018 varieerde al geruime tijd van miserabel tot troosteloos. Na de bloedhete en gortdroge zomer – waaronder wij allen zuchtten – zouden de sluizen vandaag voluit worden opengezet, met een temperatuur die niet boven de 12 graden zou uitstijgen. En dan ook nog de wind: die zou met niet geringe kracht uit het noord-noord-westen komen blazen, precies tegengesteld aan de looprichting dus. Wat een vooruitzicht, wat een voorbode voor een ware monstertocht tussen Amsterdam en Zaandam. En wat hadden we er met z’n allen desondanks weer zin in!

Het moet worden toegegeven: ik heb een liefde-liefdeverhouding met de Dam-tot-Damloop. Dat is de reden dat ik mij dit jaar voor alweer de vierde keer had ingeschreven. In de eerste plaats vind ik de 10 Engelse Mijlen een heerlijke loopafstand. Lekkerder dan de halve marathon, lekkerder dan de 10 kilometer. Vraag mij niet waarom. Mocht U dat desondanks wel doen dan garandeer ik U van mijn kant een ellenlang en oersaai referaat-in-monoloogvorm over mijn fysiek èn psyche, plus over welke loopafstand daar het beste bij past.

Bovendien spreekt het mij aan om zo’n afstand van A naar B te lopen, en nou eens niet van A via één of meerdere ronden of slingerwegen weer terug naar A. Daarbij neem ik uiteraard alle complicaties van logistieke aard voor lief. Daarom zou ik ooit wel eens aan de Afsluitdijkrun willen meedoen. Dat is voor mij het summum: het hele pokkeneind van Noord-Holland naar Friesland lopen en dat óók nog in een rechte lijn. Buitengewoon opwindend, als U mij toestaat.

Tenslotte sta ik graag éénmaal per jaar mijzelf toe om al die pràchtige publieke uitingen van volksvreugde te zien, te horen en te ruiken. De jaarlijkse parade door de dorpskernen van Amsterdam-Noord en de Zuiddijk in Zaandam biedt zoveel moois voor de hardlooptoerist. Het is een evenement dat vooral hierdoor zijn weerga niet kent. Voor de hardloopelite èn voor de burgerij.

Mijn voorbereiding voor deze loop was niet buitengewoon geweest, to put it mildly. U kent het verhaal zolangzamerhand wel. Na het Goudse Singelloopevenement, 9 dagen vóór de D2D, had ik nog onder leiding van Goudse Runners-icoon Hans een rustige duurloop verhapstukt (bron: Arranraja) en een tweetal GR-trainingen héél professioneel en beheerst afgewerkt. Met dank aan hardloopcollega Joop, die mij daarin buitengewoon kundig begeleidde. En dit alles zonder teveel risico’s te nemen uiteraard. Dat moest maar genoeg zijn – meer kon er eigenlijk ook niet gedaan worden in zo’n korte tijd. Ambities qua tijd had ik trouwens niet: zo relaxed mogelijk uitlopen was nu het voornaamste doel, ook gezien de naderende Halve van Eindhoven op 14 oktober aanstaande.

Een voor de gelegenheid extra lang gemaakte Sprinterboemel bracht mij zondag binnen een uur van het kletsnatte Gouda naar het doorweekte Amsterdam. De regen striemde voortdurend tegen de vensters van de treincoupé waarin ik driftig zat te mediteren. Deze meditatie is gebaseerd op het fenomeen van de Mindemptiness: je zit maar wat en je denkt aan niets. Gewoon helemaal niets. Binnenkomende gedachten kaats je weg, je doet er he-le-maal niets mee. Probeer maar eens. Lukt het niet: reageer dan in de daarvoor bestemde ruimte onder dit betoog, dan gaan we er misschien eens een keer over praten.

Geheel verlicht bereikte ik het hoofdstedelijke hoofdstation waar de drukte enorm was. In dit immense mierennest moest ik mij een weg banen naar de busplatforms. Zoals ik reeds in voorgaande jaren uitlegde moet je als atleet daar een van organisatiewege verstrekte plastic tas met je spullen inleveren, die vervolgens in een grote vrachtwagen getakeld wordt. Die vrachtwagen rijdt vervolgens met jouw tas en die van een aanzienlijk aantal anderen van Amsterdam naar Zaandam, niet noodzakelijkerwijs – en ook buitengewoon onwaarschijnlijk – over het Dam-tot-Damparcours. Het fijne hiervan is dat je de tas met (droge!) goederen na het overschrijden der finishmatten weer kan oppikken. De tas is namelijk voorzien van een sticker met jouw startnummer, een sticker die ook is meegestuurd en die je dus zelf op de tas met jouw spullen hebt kunnen plakken. Heb je dat niet gedaan, dan heb je in theorie een probleem. Wat wel helpt is dat de brave vrijwilligers ter plekke goed controleren of op je tas wel een sticker zit. Maar goed, genoeg daarover.

Gezien de overvloedige regen en lage temperatuur had ik goed nagedacht over de kledij van vandaag. Het was net niet koud genoeg om lange tights aan te trekken: ik wil het vooral niet te warm hebben. Wèl had ik een langgemouwd blauw shirt aangetrokken en daar overheen een rood singletje. Om dat alles zo lang mogelijk droog te houden had ik ook nog zo’n spotgoedkope Action-poncho over het lijf gedrapeerd. Compleet met hoodie, om ook nog het bolletje te ontzien.

Mijn geplande starttijd was 14.25 uur des middags. Ik had geruime tijd in de IJ-passage van het station mijn lot zitten afwachten, soms meewarig aangestaard door zij die niet gingen hardlopen. Niet lang voor aanvang van mijn race verliet ik het station op weg naar de startvakken. De kruiskopdixies langs de kant van de weg zaten al barstensvol, en bepaald niet alleen door de urinelozingen van de hardlopers. Het zeek werkelijk van de regen en het was serieus koud, maar van een krachtige wind was gelukkig niet veel te merken. Desalniettemin stond ik behoorlijk te kleumen in het startvak. Toen ik daar net gearriveerd was kon ik nog wel wat inloopbewegingen maken, maar het startvak vulde zich in hoog tempo, zodat een looppasje op de plaats uiteindelijk nog de enige mogelijkheid was.

Vast onderdeel van het Dam-tot-Dam festijn is het warming-upspektakel, dat zoals gebruikelijk wordt uitgevoerd door een stel ADHD-types op een verhoging in het startvak. Met veel bombarie en poespas moet de atleet kennelijk worden benaderd als een Jantje Debiel teneinde hem of haar wat opwarmbewegingen te ontlokken. En ook nog eens meermalen een luid antwoord op de vraag of ‘Everybody Happy’ is. Een bezoeking, elke keer weer. Een naast mij staande vrouw met een fel lichtblauw jasje had hier ook wat moeite mee zo te zien. We keken elkaar aan in een kort moment van verstandhouding, we wensten elkaar veel succes (het was haar DtD-debuut verklapte ze mij), en vervolgens vielen wij in het startschot zoals dat zo mooi heet.

Op dat moment striemde het werkelijk van de regen en voelde het ongenadig koud. Gelukkig was daar meteen een passende remedie voor. Onder NEMO loopt het peloton na enige honderden meters al de IJtunnelbak in. Het stopte daar merkwaardigerwijs meteen met regenen. En dat niet alleen: ook werd het flink warm in de tunnel, alsof alle hitte van afgelopen zomer er nog in verstopt zat. Het ging uiteraard eerst flink naar beneden. Dan is er op een gegeven moment dat gevoel dat je niet meer daalt, een vervelend en stroef gevoel want dat dalen gaat een tijd lang best wel lekker, zeker als je het beheerst doet. Nog vervelender is de klim weer de tunnel uit: een stijging waar geen einde aan lijkt te komen.

Tobatleet ergens achterin het veld

Direct uit de tunnelbak begon het weer te zeiken en koelde het lichaam meteen weer af. Lekker was dat niet; bovendien kwam er nu een best saai stuk van ongeveer 2 kilometer over de grote weg. Daar is het lastig om in je ritme te komen, bovendien protesteerden mijn longen op dat moment lichtjes. Hoogstwaarschijnlijk kwam dit door die plotselinge temperatuurwisselingen gecombineerd met de enorme luchtvochtigheid, zeg maar gerust luchtnatheid.

De dame met het lichtblauwe jack kwam af en toe langszij, blijkbaar liepen wij eenzelfde aanvangstempo. Dat tempo lag om en nabij de 5:56 per kilometer, niet te snel, niet te langzaam, precies goed. Dit zijn niet de topsnelheden van weleer, maar die tijden komen wel weer. Een rustige op- en uitbouw is belangrijk, en laat het voorlopig maar even wat langzaamaan gaan. Mijn tijd komt wel.
Na iets meer dan 5 kilometer kwam Lady Aqua (echte naam bij de redactie bekend) mij weer voorbij stuiven. Zij had zo te zien een lichte versnelling ingezet, en ik besloot na enige momenten van overweging die versnelling te volgen. En wat bleek: het ging best goed. We wisselden de kop af, we spraken niet met elkaar maar bleven geconcentreerd doorlopen. Ik voelde me lekker, en ik kon rustig om me heen kijken.

De weersomstandigheden hadden veel mensen ervan weerhouden om langs de kant te staan of te zitten. Normaal gesproken is het een pandemonium daar in Amsterdam-Noord, en verderop in Zaandam. Maar nu viel daar een stuk minder van te genieten. Hier en daar stonden grote, geheel waterdicht gemaakte partytenten, waarbinnen (zo zag ik) verschrikkelijk gezopen werd, en waarin niemand ook maar enige aandacht had voor de dappere hardlopers. Een enkeling stond in de voordeur te cheeren, dat was mooi. Soms waren er kluitjes met min of meer enthousiaste toeschouwers onder moeders paraplu. Kinderen (op wie de regen nou eenmaal geen vat heeft) stonden met uitgestoken hand klaar om een High or Low Five te ontvangen. Grif deelde ik die uit: ik voelde mij vermogend en was in een goed humeur. Vooral een bordje langs de kant met daarop geschreven “Buiten adem? Schrijf je in voor ademcoaching!” deed mij onbedaarlijk glimlachen. En zo waren er op en langs het parcours genoeg zaken om mij al hardlopend mee te vermaken. Lady Aqua hield ondertussen het tempo goed in de gaten.

In de wat minder schilderachtige Molenwijk verschenen om en nabij het 9km-punt een fruitpost en even verderop een drankpost. Ik besloot om een stuk banaan te pakken (en rustig te consumeren) gevolgd door een tweetal bekertjes water even later. Mijn metgezellin liep stug door, en zo ontstond er een gat dat aanvankelijk een meter of 200 bedroeg. Maar zo ontstond er óók een nieuwe uitdaging voor mij: dat gat weer dichtlopen, en wel zo beheerst mogelijk.

Het tracé door weer en wind

Vanaf 10 kilometer versnelde ik andermaal, en heel langzaam maar zeker herwon ik terrein op het lichtblauwe jasje-met-inhoud dat ik vooral op de lange rechte stukken goed kon blijven zien. Ik voelde me nog steeds heel sterk en relaxed, en ook vol vertrouwen dat de inhaalrace zou slagen. Dat zou mijn eer tenslotte ook te na zijn. Het leek wel een beetje op mijn debuut bij de Halve van Egmond in 2016. Daar had ik de haas voor 2 uur na 8 kilometer bewust laten gaan om hem vervolgens op het 17km-punt weer te grazen te nemen.

En toen: opeens hoorden wij een enorm gejuich in de verte. Het moet na ongeveer 13 kilometer zijn geweest, op de Noorder IJ- en Zeedijk. Wat een jolijt: eindelijk een uitzinnige mensenmassa, eindelijk zoals het hoort. Groot was onze teleurstelling – en plaatsvervangende gêne – toen we merkten dat dit uit enorme, naast het parcours geplaatste, luidsprekers bleek te komen. Tip voor de organisatie: niet meer doen voortaan. We lopen wel ruim 16 kilometer door de stromende regen, maar we zijn daarom nog niet achterlijk.

Eén van de mooiste gedeeltes van het parcours begint na ongeveer 14 kilometer: de passage door de schilderachtige Zuiddijk in Zaandam, richting de Dam, richting de verlossende eindstreep. Hier kwam ik pas ècht goed op gang, en Lady Aqua kwam nu snel dichterbij. Of eigenlijk andersom: ik kwam dichter bij haar. Op het 15 kilometerpunt was het dan eindelijk zover: na een heel beheerst gelopen inhaalrace had ik deze dappere hardloopkrijgster ingerekend. Verrast keek ze in mijn richting. En bewonderend ook dacht ik – maar daar kan ik mij in vergist hebben. Ik sprak haar aan, zei haar dat dit voor haar debuut best een mooie prestatie was. Vervolgens maande ik haar om in mijn kielzog te blijven: ik ging in de laatste kilometer nog maar eens versnellen. Tot mijn leedwezen kon ze dit na korte tijd niet meer volgen.

Nou ja, dan zelf maar nog even aanzetten, alle registers opentrekken, alle remmen losgooien. Verlicht en bevrijd snelde ik naar de finish op de Peterstraat, oeps Peperstraat, waar ik mijn klokje stilzette op 1:34:33 netto. Dit bleek achteraf ook precies de officiële nettotijd te zijn. Tja als m’n Garmin het doet, doet ie het ook goed.

Even na mij kwam Lady Aqua over de finish in een voor haar mooie debuuttijd van net iets boven de 1 uur en 35 minuten. Ik feliciteerde haar middels een high five en samen wandelden wij een klein eindje op richting de medaille- en sportdrankuitgifte. Vervolgens moesten we nog een heel eind lopen richting de kledinguitgifte: de plek waar onze tassen met inhoud konden worden opgehaald. Verheugd was ze over haar prestatie na een periode van blessureleed. Haar volgende grote opgave zou de halve marathon van Berlijn worden (begin april 2019, red), waar ze met haar echtgenoot naar toe zou gaan. Ik wenste haar daar vanzelfsprekend heel veel succes mee, en na een paar woorden van afscheid gingen wij weer ons weegs.

Eerder was mijn goede loopvriend Arranraja ook al gefinisht en was mijn neef Martijn bij zijn debuut eveneens op een mooie tijd uitgekomen. Chapeau voor deze twee hardloopbikkels die onvervaard de barre omstandigheden trotseerden op deze grauwe zondagmiddag. Het was leuk om vlak na afloop van onze races daarover met elkaar te communiceren, ook al was het maar ‘over de app’. Om elkaar in het echt te treffen lagen onze starttijden teveel uiteen en was het ook veel te druk.

Speciaal voor hen èn voor Lady Aqua heb ik het eerder gememoreerde refreintje omgeschreven naar zijn definitieve hardloopversie. Zoveel kon er toch al niet meer aan verpest worden:

Loop alsof het je laatste dag is
Loop, alsof de morgen niet bestaat
Loop, alsof het nooit echt af is
En loop, pak alles wat je kan

En nu met z’n allen:

En ga, a, a, a
A, a, a, a
A, a, a, a
Pak alles wat je kan
En ga, a, a, a
A, a, a, a
Ga, pak alles wat je kan

Briljant, al zeg ik het zelf. Tevreden sjokte ik na het omkleden richting het oerlelijke station van Zaandam. Op de Peperstraat gekomen nam ik nog even de tijd om de laatste lopers van deze race te supporteren in hun laatste meters. Die aanmoedigingen hadden ze zo te zien hard nodig. Maar het was mooi te zien dat ook zij de bezemwagen waren voorgebleven, net zoals Lady Aqua en ik. Ook zij hebben gepakt wat ze konden, gebuffeld en gebikkeld alsof het nooit echt af was. Hun prestaties zijn even mooi als die van de toppers, van wie overigens de eersten al binnen waren toen ik nog in mijn pyjamaatje in Huize De Haan aan de ochtendpap zat. Zo massaal is deze loop nou eenmaal. Volgend jaar sta ik weer aan de start op de Prins Hendrikkade. Rain or Shine!

Gepost op Looptijden.nl door Peter de Haan op donderdag 27 september 2018 01:49

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.