Na het beun-avontuur van afgelopen week was het nu tijd voor weer een heel andere episode. Het jaarlijkse volksfestijn in Amsterdam-Noord en Zaandam zou op 19 september weer in alle hevigheid losbarsten. Het is een evenement dat zijn weerga niet kent, die Dam-tot-Damloop. Niet alleen qua deelnemersaantallen, maar ook – en vooral – door het uitbundige feestvieren van de inheemse bevolking daar benoorden het IJ. Iedereen loopt uit op deze dag; de tafeltjes en stoeltjes worden voor de huisdeuren geplaatst, kratten Brouwers Bier en balen Euroshopper Zware Shag worden ingeslagen, en overal en nergens worden de barbecues al vroeg in de ochtend ontstoken. Enorme geluidsinstallaties worden naar buiten getakeld en aldaar geïnstalleerd. Het Nederlandsche Lied zal zegevieren vandaag. En meer specifiek: Het Amsterdamsche Lied, want kom daar niet aan met b.v. Lee Towers, Harry Jekkers of Guus Meeuwis, dan word je met pek en veren overgoten in een open kar door het dorp getrokken. Vervolgens word je op ouderwetsche en ambachtelijke wijze gevierendeeld en op de eerder gememoreerde barbecues gelegd. BTW het Volendamsche Lied mag nog nèt, voor deze ene keer.
En ik kan dat alles weten, geloof me. Als je met aanzienlijke snelheid door die Anton Pieckachtige dorpse straatjes rent zie je alles, hoor je alles, ruik je alles. En je zou het allemaal nog willen proeven ook (behalve dan die gevierendeelde naïevelingen), ware het niet dat je een missie hebt te volbrengen die je straks op de Peperstraat in Zaandam over een finishlijn doet gaan. En dat bovendien in zo min mogelijk tijd. Raar eigenlijk, onze hobby: je wilt van datgene wat je zo graag doet zo snel mogelijk af zijn. Het streven naar PR’s beheerst veel, zo niet alles.
Bij mij was dit keer niet veel van dat streven aanwezig. Na het fantastische marathonjaar 2016 met talloze trainingen en wedstrijden was er in de eerste helft van 2017 behoorlijk de klad in gekomen. Over dit alles heb ik in eerdere blogposten al verhaald, dus daar zal ik U niet verder mee vervelen. U kunt ook maar zó veel hebben.
Feit is wel dat vooral het duurvermogen zwaar op zijn beloop was gelaten. Vanaf april begon ik voorzichtig de trainingsarbeid weer wat op te voeren, maar ik was mij er van bewust dat er een lange weg van opbouw was af te leggen. Pas vanaf juli kwamen de duurlopen weer boven de 10km uit, met als voorlopig hoogtepunt het tot vier keer toe afleggen van een fraaie ronde van 14 kilometer door het Reeuwijkse Plassengebied. Dit tezamen met een aantal die-hard Goudse Runners die wekelijks op de vroege zondagochtend de schoentjes onderbinden om ’s-Lands wegen te belopen. De Boerderijrunners noemen wij onszelf, dit omdat start en finish van de trainingslopen altijd bij de Goudse Kinderboerderij zijn gelegen. We betalen niet voor deze trainingen, maar wèl moesten we de uitbaters van het kinderboerderijcafé beloven om na afloop van de inspanningen daar wat te versnaperen. Dit ook als onuitsprekelijke dank voor het daar kunnen achterlaten van de sporttassen op de zolderverdieping.
Het was duidelijk: voor een 16.1km wedstrijdloop was dit wel een ietwat gemankeerde voorbereiding. Nochtans had ik er ongelooflijk veel zin in. Zo’n weergaloos volksfestijn doet wat met je, en ik verheugde mij er buitengewoon op. Ik zou mijn opwachting maken in het Businessteam 2 van de SVB – en dat óók al vervulde mij met trots en overmatige wedstrijdspanning. En de trainingsachterstand: nou ja ik vertrouwde erop dat met een verstandige raceopbouw de klus wel geklaard zou kunnen worden.
De op mijn smartphone gemonteerde wekker blies des zondags klokslag 8:00 uur het reveil. Mijn lief trakteerde mij geheel belangeloos op een groot bord havermout met allerlei smakelijke toevoegingen. Dat, tezamen met twee bakken zwarte koffie, vormde de perfecte start van deze sportdag – dat kon niet anders. De overwegingen aan het looprek leidden er dit keer toe dat ik korte kleertjes zou gaan dragen. Voor de geïnteresseerden: een wit shirt, een rood singlet, zwarte korte tights en natuurlijk de onvermijdelijke sokjes en schoentjes. Intussen braken de zonnestralen door het zwerk. Het beloofde ondanks alle barre weersvoorspellingen vandaag een heerlijke loopdag te gaan worden!
Om het feest helemaal compleet te maken begeleidde mijn wederhelft mij naar het plaatselijke station. Heerlijk relaxend en met gesloten ogen mediterend bracht ik vervolgens een klein uurtje door in de boemel naar Amsterdam Centraal. Daar aangekomen moest ik wel even een beetje gaan opschieten. Om twaalf uur moesten alle SVB’ers zich verzamelen bij de Schreijerstoren voor de groepsfoto’s – en daarop wilde schrijver dezes vanzelfsprekend niet ontbreken. Maar eerst moest het logistieke proces op gang worden gebracht. Snel deed ik alle overkledij uit en stopte dat met alle niet ter loop-zake doende spulletjes in de plastic Dam-tot-Dam loperstas. Vervolgens plakte ik daar een sticker met mijn startnummer op en gaf de tas af bij één van de op het busplatform opgestelde PostNL-trucks. Deze zou mijn spulletjes – en die van vele anderen – veilig naar Zaandam gaan vervoeren.
Intussen had ik in de menigte op Centraal Station mijn SVB-hardloopcollega’s Els en Paul ontwaard en gezamenlijk hobbelden wij naar de Schreijerstoren die ooit vlakbij het startvak was gebouwd. Daar verzamelde zich een flinke groep SVB’ers die namens deze uitvoeringsorganisatie de poten onder de kont vandaan gingen lopen. De sfeer was inmiddels tot ver boven Noord-Amsterdams Peil gestegen; ik heb de foto’s nog niet gezien maar deze zullen daar vast van getuigen.
Zoals gezegd had ik gekozen voor een beheerste opbouw dit keer. Mijn Garmin zou mij daarbij helpen door na elke kilometer verslag te doen van de daarin gelopen tijd. Bovendien zou het horloge mij voortdurend een inzicht verschaffen van de snelheid waarmee ik liep. Maar het apparaat dacht daar zelf heel anders over. De satelliet werd nog wel snel gevonden, maar vervolgens deed geen van de activeer- en stopknoppen het meer. Ik heb het kreng de rest van de wedstrijd geen blik meer waardig gegund. Dat zal ‘m leren.
Iets over enen (geen idee hoe laat het precies was) werd ons businessvak dan eindelijk weggeschoten. Het bleek al snel dat wij als homogene SVB-groep niet gezamenlijk zouden gaan oplopen, daarvoor waren de onderlinge verschillen te groot. Ook Paul, Els en ik bleven niet bij elkaar. Ik koos een behoudend tempo voor de eerste kilometers, en ik zou daarna wel zien hoe het zou gaan.
Wat was het weer heerlijk om bij het betreden van de IJ-tunnel te worden getrakteerd op oorverdovend kabaal door een grote groep trommelaars, een groep waarin ik dit jaar overigens voor het eerst ook mannen ontwaarde. Het is zaak om in die tunnel zo gelijkmatig mogelijk te blijven lopen, en je niet naar beneden te storten. Het is altijd erg sneu als men dat doet en dan merkt dat men zich ook weer uit die tunnel moet hijsen. Om vervolgens nóg 14 kilometers te moeten lijden omdat het kruit al in het neerwaartse gedeelte van de tunnelbak verschoten is.
Met mij ging het in ieder geval lekker, het tempo lag niet al te hoog maar ik had wel vanaf het begin het idee dat ik deze snelheid tot het einde zou kunnen volhouden. Het zonnetje scheen, de lucht was blauw, Damlopertjes kom maar gauw. En zo trok ik langs (en door) de eerder genoemde dorpen en de eerder genoemde festijnen. Net als al die tienduizenden anderen op deze bijzondere dag. Ik moet er altijd onbedaarlijk van glimlachen. Bij de verzorgingsposten pakte ik braaf mijn bekertjes water, of een stukje banaan als dat voorradig was. De langs het parcours opgestelde kinderen mochten rekenen op mijn high or low fives. Voor de vrouwen aan de kant had ik een steelse blik in petto, voor de mannen een norse grimas. Just kidding. Maar zó goed voelde ik mij wel vandaag. De diesel was lekker op gang en er leek vandaag geen zand in de motor te kunnen komen. Wat is het dan toch heerlijk als je lekker om je heen kan kijken en kan genieten van het volksspektakel dat zich de volle 16 kilometers lang afspeelde.
Na iets meer dan anderhalf uur was er in Zaandam de finish op de dichtbevolkte Peperstraat. Vanaf de Dam, waar de mensdichtheid nog het grootst was is dat een prachtige laatste halve kilometer. Met nog een kleine versnelling in het laatste stuk overschreed ik de finishmatten in een netto tijd van 1:32:56. Geen supertijd, integendeel: het was maar liefst 7 minuten langzamer dan vorig jaar. Maar ik had er gezien de gelijkmatigheid en het relatieve gemak een heerlijk gevoel aan overgehouden. I am back, and how!
Toen ik was teruggekeerd in Gouda verklapte de Damloop-site mij dat het eerste blok van 5km in 28:58 was gegaan, het tweede blok in 28:59 en het derde in 28:54. Hoe mooi wil je het hebben? En dat allemaal puur op gevoel. Reden om nog eens extra tevreden te zijn. En ook in mijn nieuwe hoedanigheid als Beun de Haan kan deze gelijkmatigheid vast nog goed van pas komen!
Gepost op Looptijden.nl door Peter de Haan op donderdag 21 september 2017 00:01