Weder in de lucht
Na iets meer dan een jaar de dop op de vulpen te hebben gehouden leek het mij
wel weer eens tijd voor een update vanuit het pythagoreske Gouda. U als huis-,
tuin- en keukenwiskundige kent dat ongetwijfeld wel: daar waar drie Goudsche
kaarsen een rechthoekige driehoek vormen is de som der kwadraten van de lengten
der rechthoekskaarsen gelijk aan het kwadraat van de lengte der
hypotenusakaars…. Maar dat terzijde.
Voor wie dacht
dat het lopen er bij mij bij ingeschoten was: niets is minder waar! Zeker, het
aantal wedstrijdloopjes was een stuk minder: waren het er in 2014 maar liefst
18, aan het eind van 2015 bleef de teller staan op 9. Maar daarbij waren niet
de minste loopjes. Schrijver dezes maakte zijn debuut op de Dam-tot-Dam 10EM
(1:28:51) en de Bruggenloop (1:22:02). Verder werden voor de tweede maal de CPC
(2:06:05), de Amsterdam Halve Marathon (2:00:09) en de Zevenheuvelenloop
(1:20:32) op het conto bijgeschreven.
Tenslotte waren er de plaatselijke loopfestijnen – zoals de Groenhovenloop, de
Reeuwijkse Plassenloop, de Goudse Houtloop en de Goudse Singelloop – die
vanzelfsprekend niet konden worden overgeslagen.
Nogmaals: het was
qua aantallen loopjes wel wat minder afgelopen jaar. En ook qua trainingen –
het moet gezegd – had ik mij in 2015 tamelijk onbetuigd gelaten. Het had
diverse oorzaken, zoals sommige trouwe lezertjes zich wellicht zullen
herinneren. Laten we het kort samenvatten met de termen: Liefde, Werk en Wonen
– of in het algemeen: Leven.
Het hardlopen had een prominente plaats in dit geheel, dat nog wel, maar er
waren afgelopen jaar meer zaken die mij energie kostten en schonken. Allemaal
gelukkigmakende oorzaken, dus mij zult U niet horen klagen, integendeel…
Door alle genoemde lopen en trainingsarbeid werd de goede conditie en vooral het duurvermogen allerminst aangetast. Ook de negatieve split bleek van een bewuste (2014) een onbewuste (2015) bekwaamheid geworden. Tijd dus maar voor nieuwe grenzen en nieuwe uitdagingen.
Een snood plan
Zo ontstond in het najaar van 2015 het zalige plan (anderen zouden het ónzalig
noemen) om een héle marathon te lopen. Gezien mijn ras voortschrijdende
leeftijd werd het ook wel tijd zolangzamerhand. Mijn vriendin was het roerend
met mij eens en zij was van begin af aan dus buitengewoon supportive, de
lieverd. 2016 zou het Jaar van de Marathon worden. Maar welke?
Op mijn vizier verschenen twee marathons: die van Rotterdam en die van Leiden.
Rotterdam: massaal en qua parcours beproefd, voornamelijk binnen de stad.
Leiden: niet massaal, minder beproefd en buitengewoon landelijk.
Zoals in dit soort zaken gebruikelijk gaf een heel ander argument de doorslag.
Mijn oudste dochter en (dito) schoonzoon lieten zich tijdens een rijkelijk
besprenkeld dinertje bij ons thuis ontvallen dat zij wel oren hadden naar het
lopen van resp. de 10km en de halve marathon, op diezelfde dag in Leiden. En zo
bevielen wij dan van het plan – een buitengewoon snood plan – om op 22 mei 2016
gedrieën “De 73K van Leiden” te gaan lopen. BTW ik heb mij inmiddels
ingeschreven, nou die andere twee nog…..
Gedurende de komende maanden zal ik trachten op dit blog een inkijk te geven in mijn vorderingen, mijn belevingen én die van mijn naasten bij onze voorbereidingen voor het Leidsche Hardloopspektakel. Watch this space!
Zandstormen en hete isotonen
Voor mij was één van de eerste beproevingen op weg naar 22 mei de Halve Marathon
van Egmond, de jaarlijkse enkel-, kuiten- en knieënbijter over strand en door
duin. Dit keer was 10 januari de datum, en ik zou mijn debuut gaan maken op
deze monstertocht. Een debuut waar ik eerlijk gezegd een heel klein beetje
tegenop zag, want de weersvoorspellingen waren niet mals… Een zeer stevige wind
zou de lopers teisteren, en ook zou het niet droog blijven. Kortom een gure en
onbarmhartige zondag voor het atletenvolk.
Desalniettemin
reisde ik goed geluimd af naar het Noord-Hollandse. De pendelbussen pendelden
ons met grote efficiëntie van Heiloo naar Egmond aan Zee, er stond een
vriendelijk ochtendzonnetje en ach: zou het dan misschien tóch zo’n vaart niet
lopen?
Dat beeld veranderde onmiddellijk na aankomst bij de businesstent die naast de
Grote Egmondsche Sporthal was gelegen. Er stak een storm van jewelste op, en
het begon af en toe striemend te regenen waardoor de gevoelstemperatuur – en
daarmee mijn gemoed – zienderogen daalde.
Het omkleden, doping toedienen en veelvuldig plassen (oorzaak: zie vorige alinea) hield mij zo’n anderhalf uur bezig. Daarna was het tijd om uit mijn schulp (lees: de behaaglijke businesstent) te kruipen om mij over een folterende kilometer te verplaatsen naar het startvak op de boulevard. Over de loopkledij heen droeg ik een Komo-jasje in een al even onstemmig grijs als de buitenlucht. Het was aan het stormen en regenen en ik had het ernstig koud. Had ik wel voldoende laagjes aan? Moest ik nou alweer plassen?? Aaaargghhh!!!!
Natuurlijk was ik weer te vroeg in het startvak. En op de Bulderende Boulevard werd ik bijna spontaan uit mijn Komootje geblazen. Hellup dit is niet leuk meer, zo schoot het door mijn gedachten. Gelukkig was er wel nog een toiletblokje in het startvak.
Om klokslag 12:39 werden de businesslopers dan eindelijk weggeschoten. Eindelijk beweging in de kleumende meute, het werd inderdaad de hóógste tijd om in beweging te komen en enige warmte in het lijf te krijgen.
Wel: dat lukte. Na nog geen kilometer werd de hele stoet het strand op gedirigeerd waar werkelijk een múúr van wind (en zand (en kou)) ons vol op de kop werd gesmeten. Ai-ai-ai, hoe lang ging dít wel niet duren? Tot 7 á 8km koers zouden wij ons aan deze marteling moeten onderwerpen. Dan pas konden wij bij Castricum-aan-Zee deze zandstorm ontvluchten. Het lopersvolk bewoog zich als een slang over het mulle zand, vast wel een mooi gezicht als je er oog voor had…
Ik had net voor de start de haas voor 2:00 uur ontwaard, en omdat ik ook wel zag dat ik daar op dat strand enig houvast nodig had, had ik besloten mij bij deze koerskapitein aan te sluiten. Op die manier zou ik met een tenminste redelijk constante snelheid die 8km kunnen overbruggen.
Zo gezegd, zo
gedaan. Ik had eigenlijk geen idee hoe ik er werkelijk aan toe zou zijn als ik
eindelijk in de wat meer beschutte duinen was beland. Door de teisterende
elementen op het strand kon je eigenlijk niet weten hoe je je voelde.
Na het duin bij Castricum te zijn opgesneld, merkte ik dat het allemaal nog zo
slecht niet was. Ik besloot ietwat te consolideren en de haas maar even te
laten voor wat ie was. Even weer in de cadans, in de flow komen. Dat lukte
wonderwel, waarbij ik merkte dat ik behoorlijk wat energie overhad. Die haas:
ach als ik die nou niet te ver weg zou laten lopen dan kon ik misschien zelfs……
Zo werd kilometer na kilometer in het bos- en duingebied overbrugd. De verversingen werden natuurlijk braaf elke keer aangepakt (die warme Isostar: yummie!!), en ja hoor: door telkens maar weer te kunnen versnellen had ik na 17km de haas weer ingehaald. WOW! Als dit zo door zou gaan ging ik ONDER de 2 uur lopen!! Het werd wel wat zwaarder allemaal, maar nog steeds zat de snelheid er goed in en was de tank nog lang niet leeg. Ik wist wel dat ook de haas aan het versnellen was om op zijn streeftijd te komen, maar goed: ik liep vóór hem en zolang dát het geval was……
Na de buitengewoon steile maar prima verteerde Bloedweg snelde ik op de inmiddels zonnige boulevard over de finish in 1:59:33; nodeloos te zeggen dat ik daarmee – ook gezien de omstandigheden en de ontberingen – buitengewoon happy was. WOW wat een tijd en wat voelde het goed. Wát een vertrouwen voor de maanden die komen en die qua training en qua wedstrijdloopjes moeten gaan leiden tot een geslaagd marathondebuut!
Gepost op Looptijden.nl door Peter de Haan op maandag 18 januari 2016 18:08