Nu we zo langzamerhand uit de donkere dagen rondom Kerst zijn gekropen wordt het weer eens tijd voor een nieuw blog van Uw dienstwillige dienaar. Een nieuw blog op een compleet nieuwe omgeving zoals U tot Uw genoegen kunt zien. Vlak na de jaarwisseling had MyLaps de stekker uit Looptijden.nl getrokken, een buitengewoon teleurstellende en kwalijke zaak vind ik nog steeds. Maar ik was niet in de slachtofferrol gekropen (da’s zóóó makkelijk) en had tijdig geanticipeerd op deze teloorgang. Zo ontstond Tobatleet, een heel persoonlijk platform voor heel persoonlijke verhalen in een heel persoonlijke stijl.
In oktober had ik de domeinnaam tobatleet.nl al voor een vijftal jaren vastgelegd bij een hostende partij. En niet lang daarna verkocht ik mijn ziel aan WordPress, teneinde mij de juiste blogomgeving voor op het domein te verschaffen. Toch schoot ik nog niet direct in actie: het werk bij RVO eiste al mijn aandacht en (helaas) al mijn energie op. Het in elkaar knutselen van de site, een karwei waarop ik mij buitensporig verheugd had, moest noodgedwongen wachten vanwege de gierende werkdruk bij deze Rijksdienst.
Speaking of which: in de hete zomer van 2019 had ik na een roerend afscheid bij Terre des Hommes het roer omgegooid en was ik, uitgerust tijdens een dikke twee weken vakantie, mijn nieuwe baan bij de Rijksoverheid begonnen. And with hindsight kan ik zeggen dat ik er al spijt van had voordat ik er aan was begonnen. U moet weten: het werken bij een fantastische organisatie als Terre des Hommes heeft heel veel gedaan met mij als mensch. Dat besefte ik destijds onvoldoende. En ik besefte ook onvoldoende wat de terugkeer in een grote overheidsorganisatie voor mij zou inhouden. Sinds mijn start op 1 augustus bij RVO zocht ik wanhopig naar mijn plek in het geheel, naar het maatschappelijk effect van mijn werkzaamheden, kortom naar de zingeving die mij mijn werkenergie zou verschaffen. Die zingeving was er niet – of in elk geval onvoldoende.
Bij Terre des Hommes wist ik dat altijd dondersgoed. En er was meer. De contacten met mijn TdH-vrienden en vriendinnen bleven warm: een fenomeen dat ik ook niet eerder had meegemaakt. Meestal roept iedereen bij een afscheid dat het contact behouden moet worden – en daar komt dan vervolgens geen donder van terecht. Een uitzondering hierop is het clubje SVB business analisten dat in maart 2017 het felbegeerde BCS International Diploma in Business Analysis behaalde, een internationale certificatie van naam en faam zoals U weet. Nog steeds komen wij minstens één maal per jaar bijeen voor een eenvoudige (alhoewel…) doch voedzame maaltijd op een sfeervolle locatie. Daar praten wij, naast over koeien en kalveren, bij over onze journeys op ons vakgebied. En onze juf Geertje, die ons destijds al dat moois bijbracht, is dan ook steevast van de partij. Maar dit alles terzijde.
Zoals gezegd: ook bij Terre des Hommes bleef ik de deur met graagte platlopen. Vooral bij de maandelijkse borrels uiteraard. Ergens in november raakten de CEO van Terre des Hommes en ik in de belendende kroeg (zie foto hieronder) in gesprek over een eventuele terugkeer. Niet lang daarna werd het pact gesloten en kon ondergetekende zich gaan opmaken voor een glorieuze rentree bij de NGO die hem zo na aan het hart ligt. Op 19 december sloeg ik de burelen van RVO keihard achter mij dicht na een teleurstellend en frustrerend verblijf van vijf maanden. Overigens zonder any hard feeling whatsoever richting de Rijksdienst en de mensen met wie ik had samengewerkt. They were not to blame: het had geheel en al aan mij gelegen.
Bevrijd en opgelucht kon ik mij mooi gaan concentreren op mijn Tobatleet-project. Al vóór de kerst beviel ik van een gelikt en supersexy thema voor de nieuwe website. In rap tempo werden vervolgens de 70 blogs van Looptijden overgetankt naar hun nieuwe behuizing. Daarna werd elke blog nog eens even lekker schoongewassen en opgepimpt met foto’s, filmpjes en geografisch materiaal. Ruim voor de jaarwisseling was tobatleet.nl klaar en werd de geboorte van de blogsite gecommuniceerd naar een ieder die er – al dan niet – belangstelling voor had. En dit uiteraard tot grote trots van de creator/auteur.
De rest van de kerstvakantie werd in gepaste vreedzaamheid doorgebracht. Eigenlijk waren er – afgezien van het geknutsel aan Tobatleet – drie hoogtepunten tijdens het kerstreces te noemen. Het eerste hoogtepunt is evident, maar wel zo belangrijk dat ik ‘m als eerste noem: het 17 dagen lange samenzijn met mijn lief, wat een feest. Ook de grote viering op kerstavond met mijn naaste familie, bij ons thuis, was fantastisch. Lekker kokkerellen voor 10 personen, ik vind het werkelijk heerlijk om te doen. Hoe ingewikkelder, hoe uitdagender en hoe beter. En de gezelligheid op deze middag en avond was ongekend. Tenslotte genoten wij tot twee maal toe van de kerstmusical Little Shop of Horrors (nou ja kerstmusical?) waarin mijn jongste dochter Lianne schitterde in de hoofdrol. Allemaal ingrediënten die de kerstperiode tot één zinderend festijn maakten en waardoor ik mij optimaal kon voorbereiden op mijn hernieuwde loopbaan bij Terre des Hommes.
En de hardloopbaan dan, zult U opmerkzaam en kritisch opmerken? Wel, na de Zevenheuvelenloop op 17 november had ik mij onthouden van duurlopen en had ik met (te) lage frequentie getraind. Ook de Bruggenloop van 8 december was met een besliste beweging van de agenda gekeild. Het zat er simpelweg niet in. Werkdruk en lichte luchtwegproblemen stonden weer eens in de weg. Gevolg van dat alles was dat de conditie gestaag zakte en het gewicht navenant toenam. Op tweede kerstdag maakte ik mijn hardlooprentree tijdens de Goudse Runners-uitbuiktraining onder bezielende leiding van trainster Thea. En ondanks het feit dat het redelijk lekker ging bleek ook dat ik flink wat hardloopjasjes had uitgedaan in ruil voor het nodige (uit)buikvet over mijn sixpack heen.
De eerste echte duurloop liet op zich wachten tot 12 januari, de dag waarop voor de achtste maal het HAWA-festijn plaatsvond. Zoals U weet is dit de jaarlijkse verjaardagsviering van Goudse Runners-oprichter Hans, waarbij de Goudse Runners en groupe een ronde lopen ter ere van hun clubicoon. Gezien mijn deplorabele hardloopgesteldheid had ik ditmaal niet gekozen voor de 13km maar heel safe en lafjes voor de 8.8km onder leiding van trainster Karin. Samen met haar haasde ik 6km lang het groepje in een rustig tempo, om er vervolgens al even lafjes vandoor te gaan met een aantal waaghalzen die nog even wilden (laten) zien hoe het ervoor stond. Welnu: zo slecht stond het er nog niet eens voor bij mij. Zonder al te veel moeite bereikte ik samen met mijn medevluchters de verlossende eindstreep bij de Goudse Kinderboerderij – een boerderij die ondanks al mijn argu- en dreigementen nog steeds geen Dierenboerderij heet.
Drie weken na het HAWA-evenement was het dan eindelijk tijd voor de seizoensopener: de 10km Groenhovenloop in en rondom Gouda en Reeuwijk-dorp. Een thuiswedstrijd om het seizoen eens lekker mee af te trappen. Natuurlijk blaakte ik nog steeds niet van de voor zo’n loop benodigde vorm, maar ach we zouden wel zien waar dat scheepje zou stranden. Vol goede moed peddelde ik op de gewraakte zondagochtend door de gutsende regen richting het AV Gouda Atletiekstadion, het start- en finishtoneel van de openingskraker onder de hardloopwedstrijden. Nee, mooi weer was het niet, maar gelukkig had zich dat al vele dagen lang aangekondigd zodat ik mij daar mentaal afdoende op had kunnen voorbereiden.
Zeiknat arriveerde ik bij de atletiekgronden. Terwijl ik gelijk een hond mijn vacht uitschudde, liep ik over het Ed Vergeerplein en monsterde ik de uitzinnige menigte die zich daar verzameld had. U moet weten dat na het overlijden van het Goudse Runners- en AV Gouda-icoon het pleintje voor de kantine was omgedoopt tot Ed Vergeerplein, te zijner nagedachtenis. In september vorig jaar was ik aanwezig bij de onthulling van het naambord, in het bijzijn van zijn familie – en het was zeer indrukwekkend. Ook toen vond Pluvius het noodzakelijk de ceremonie luister bij te zetten door de sluizen voluit te openen en het hemelwater zich te laten vermengen met onze tranen van ontroering.
In de uitzinnige menigte ontwaarde ik al snel vele collega-Goudse Runners. Karin en Bert gingen zich wagen aan de halve. Nico zou in een beduidend hoger tempo dan ik de 10km verhapstukken (bron: Arranraja). En Ceciel zou andermaal het bij de 5km houden, teneinde het ranke lijf niet teveel te belasten. Ook trof ik er voornoemde Hans en Karin, tezamen met Corry, Marian, Ad, Paul, Fred en Chuen. Een pact was snel gesloten: met laatstgenoemde acht krijgers zou ik groepsgewijs de 10km gaan tackelen. Lekker behoudend, lekker laf, maar ook best wel verstandig onder deze gruwelijke weersomstandigheden en gegeven mijn ondermaatse conditie. Een tempo van zes minuten per kilometer werd afgesproken, voor mij een ideaal gegeven. Ach waar zijn die tijden toch gebleven toen het nog op en rond de vijf minuten per kilometer lag?
Waar ik vorig jaar nog vele kinderzieltjes choqueerde door rücksichtloos hun teken- en knutseltafeltjes in beslag te nemen voor het monteren van mijn startnummer, besloot ik ditmaal uit goedertierenheid de kleintjes met rust te laten. In plaats daarvan begaf ik mij in de zompige en dampende mannenkleedkamer om daar temidden van mijn seksegenoten het speldwerk te verrichten. Paul liet mij op voorhand weten erg tegen de loop op te zien, zelfs al gingen we hem gezamenlijk doen. Zijn loopvorm was zo mogelijk nog verder door de ondergrenzen gezakt dan de mijne. Zelf was ik er ook nog niet gerust op.
Dat gevoel verdween even later bij het inlopen. Terwijl ik vrolijk veerde over de atletiekbaan maakte zich een grote geestdrift van mij meester. Het varkentje zou vandaag gewassen worden, al was het alleen al door de gestaag neervallende plensregen. Maar ja daar zou Paul, die naast mij liep te mokken en te sjokken, niet zoveel aan hebben. Wel sloeg opeens mijn linkeroor dicht, en was het orgaan niet zo één-twee-drie meer open te krijgen. Heel storend, vooral voor de balans, maar enfin dat was overkomelijk dacht ik in al mijn grenzenloos optimisme. Een positief aspect van het euvel was dat ik in mindere mate het geklaag van mijn medelopers zou hoeven aanhoren. Gesterkt door deze gedachte verliet ik de baan en spoedde ik mij naar de startlocatie waar deze medelopers al reikhalzend naar mij uitkeken.
Om klokslag zestien over twaalf verklapte het klapperpistooltje van de organisator dat de race een aanvang had genomen. Meteen zette Hans een fiks tempo in, waar wij ons met enige moeite en tegenzin aan conformeerden. Dit was toch geen 6min/km?? Dit was toch niet de afspraak? Maar de man leek niet te stuiten in die eerste honderden meters. En bovendien spreek je het opperhoofd niet tegen, voor je eigen bestwil. Puffend en mokkend voegde Karin zich naast mij in het spoor van de GR-oprichter. Alle andere groepsleden volgenden amechtig in ons kielzog, inclusief de sjokkende en mokkende Paul. De toon was gezet, het gevecht was begonnen.
Na 1km. Vooraan o.a. Chuen, Hans, Fred, Paul, Marian Na 1km. O.a. Corry, Paul, Marian, Tobatleet
Geplaagd door de immer stromende regen voltooiden wij de eerste kilometer in 5:44 – en dat was zelfs Hans iets te gortig. Het tempo werd snel teruggebracht naar 10km per uur – een snelheid waaraan wij ons de rest van de race zouden houden. Maar zelfs met één oor kon ik aan Paul horen dat bij hem de grenzen van het betamelijke waren bereikt. Samen met Ad loste hij na ongeveer 3 kilometer – we hebben beide heren niet meer teruggezien. De rest van het groepje hield het tempo zeer constant en comfortabel – voor de mannen onder ons kwam dit laatste doordat vijf meter voor ons uit een bevallige paardenstaart precies in dezelfde cadans liep. Mooi te volgen dus. Dat tempo bedoel ik. Een volledig in het blauw gestoken man die lange tijd met ons had meegelopen demarreerde plotseling, maar ik kon aan zijn loopstijl zien dat hij zich aan het forceren was. Binnen zes minuten hadden wij hem weer ingerekend, waarna hij volkomen gedesillusioneerd loste en uiteindelijk vlak voor de bezemwagen schijnt te zijn terechtgekomen. Deze chasse patate had het uiterste van hem gevergd.
Overal op de route moesten wij min of meer behendig de enorme plassen ontwijken. U moet weten dat in de omgeving van Gouda de (veen)grond plaatselijk enorm aan het verzakken is. In de stad zie je dit vooral aan de straten: op sommige plekken staan die al snel blank na een piepklein beetje regen. Maar ook de fietspaden waarover de organisatie van de Groenhovenloop ons joeg waren nauwelijks begaanbaar. De hardloopschoentjes liepen gulzig vol en de tred werd allesbehalve efficient door het vele zigzaggen. Toch bereikten wij zonder al te veel moeite de eerste drankpost na ongeveer 5 kilometer. Die lafenis was uiteraard van harte welkom. Karin en ik versnaperden even wandelend om verslikken te voorkomen, maar konden na een krachtige achtervolging al snel weer op het groepje neerstrijken.
Na zes kilometer, in het schilderachtige Reeuwijk-dorp, kreeg ik het zelf een klein beetje zwaar. Hans, die tijdens gezamenlijke tochten altijd mijn ademhaling in de gaten houdt en daardoor precies weet hoe ik er aan toe ben, had al de nodige opmerkingen in mijn rechteroor geventileerd. Het slechte weer van de laatste dagen had mij lichtelijk benauwd gemaakt – en dat toonde zich nu, zo net na de helft van de beproeving. Gelukkig kon ik enige tijd schuilen achter Karin’s zelfverklaarde brede rug. Als de nood het hoogst is, is Karin nabij. Gelukkig maar. Corry en Fred spoorden nog steeds goed, terwijl Marian iets achterop was geraakt. Aan Chuen (U weet wel, de afstammeling van) kon ik zien dat er van zijnswege nog wel een demarrage zou volgen.
Corry is even hiervoor uit de bocht gevlogen.
Na 8 kilometer had ik het lek boven en had ik mijn motor weer voldoende aan de praat gekregen. Samen met Corry en Chuen voerde ik het tempo lichtjes op – maar het groepje bleef standvastig volgen. Vooral Karin maakte een goede indruk: daar waar zij naarmate een race vordert steeds meer moeite krijgt leek zij dit keer in grootse vorm te steken. Moeiteloos voegde zij zich achter mijn zelfverklaarde brede rug – en zo schreden wij voort. Inmiddels hadden wij de polders rondom Reeuwijk weer verlaten en liepen wij onder de snelweg door Gouda weer binnen. Marian had haar tweede adem gevonden en was inmiddels ook weer van de partij. Wat nu volgde was een saaie vervelende kilometer tot aan het stadion van AV Gouda. Corry en ik trokken en sleurden de kar nog wat krachtiger in beweging. Chuen volgde gemakkelijk maar de rest van de groep begon nu wel te piepen en te kraken.
Vlak voor de entree van de atletiekbaan stonden talloze supporters de vermoeide helden aan te moedigen. Door onze ruitenwissers heen zagen wij Wim, die bij de stadionpoort het verkeer stond te regelen. Ook ontwaarden wij Nico, die ruim acht minuten eerder over de finishlijn was geschreden. Deze waarnemingen waren voor Chuen het sein om er tussenuit te trekken. Vlak daarachter volgden Corry en ik die elkaar tot het uiterste opjoegen. We waren inmiddels op de baan en er was nog 300 meter te gaan. Chuen was volledig losgeslagen, maar Corry en ik zouden de strijd om het zilver (van het groepje, red.) gaan strijden. Een strijd om de troostprijs, ik besef het, maar ook gevechten om des keizers baard moeten uitgevochten worden.
En het werd een strijd op leven en dood. Blikken vol wantrouwen werden door Corry en mij uitgewisseld. Wij kennen elkaar al lang, en ik weet als geen ander hoe gewiekst, sluw en uitgekookt zij is. En vice versa. Ik nam het initiatief door een constante versnelling door te voeren: almaar harder en harder. Slopen zou ik haar. Maar niets van dat alles: Corry bleef volgen, als een horzel die je maar niet kwijt raakt (sorry Corry). In de laatste 100 meter trachtte zij mij voorbij te gaan, maar daarmee rekende ze toch echt buiten de waard. Na een woeste eindversnelling was het verzet gebroken en drukten wij onze voorwielen zonder zelfs een banddikte verschil over die verrekte eindstreep. De strijd was gestreden, het leed was geleden. Vlak na ons stormde de rest van de groep over de meet, vermoeid maar voldaan na zo een race waarin zovele elementen moesten worden getrotseerd.
Uiteraard was het wachten nog even op de gelosten. Ad kwam zich melden na een drietal minuten, gesloopt maar tevreden. Paul echter hebben wij niet meer teruggezien. En tot op de dag van vandaag weet ik niet hoe het hem is vergaan op die regenachtige racemiddag. Mogelijk heeft hij een shortcut direct naar huis genomen, en heeft hij zich aldaar na drie kwartier douchen huilend in de armen van zijn geliefde gestort. Want dat laatste doe je natuurlijk wel pas als je schoon bent.
Het was een mooie seizoensouverture geweest daar in Gouda en ommelanden. En uit mijn vlotte herstel na deze loop kon ik opmaken dat het nog niet hopeloos is gesteld met Uw Goudse Tobatleet. De volgende beproeving zal zijn tijdens de CPC, waar ik wel de 21.1km heb teruggebracht naar 10km. Een afstand die ik daar samen met mijn TdH-collega Juan zal gaan lopen. Dit laatste leek mij beter passen in mijn wederopbouw. In plaats van de Halve van Den Haag zal ik dan in mei de Halve van Leiden gaan verhapstukken. Tijdens die tocht zal ik het huis van mijn vader (in Leiderdorp) rakelings passeren – hopelijk staat hij daar dan in goede gezondheid mij aan te moedigen. Ook komt het festijn vlak langs het schoonmoederlijk huis, en haar wens ik uiteraard hetzelfde toe.
Inmiddels ben ik alweer anderhalve maand aan de gang bij Terre des Hommes als ICT-coördinator, verantwoordelijk voor de ICT in de breedste zin des woords. En ondanks de megadrukke baan geniet ik elke seconde van mijn terugkeer en van mijn werk daar. Maar vooral geniet ik van de bevlogenheid en de saamhorigheid die tot het DNA van alle collega’s lijkt te behoren. Het is, gelijk de Goudse Runners, een prachtige groep mensen. Die vergelijking staat hier wat plompverloren, maar hij klopt wel: het fijne gevoel dat ik bij mijn Goudse loopgroep heb herken ik ook in wat ik op de werkvloer voel.
Soms moet je gewoon ruiterlijk erkennen dat een bepaalde stap niet goed heeft uitgepakt. En dan hoef je je ook niet te schamen als je op je rasse schreden terugkeert. Alhoewel, je kan je er natuurlijk ook van afmaken door te zeggen dat ‘dit alles zo heeft moeten lopen’.
Lieve Peter, wat geniet ik weer van je lichtvoetig bewegen door en tussen laagjes geschiedenis, kleding en interacties, X, Elfriede
Hoi Peter,
Dat is weer een ouderwets blog verhaal zoals ik gewend ben van jou en leuk om weer te lezen. Alhoewel ik moest er wel even voor gaan zitten hoor wat je zelf al zei Sterkte met lezen. Maar goed ik maak maar een geintje want is goed te doen hoor
Wat mooi dat jij direct kon terugkeren bij Terre des Hommes. Van harte gefeliciteerd daarmee én met de publicatie van het eerste, originele vertelsel op jouw magnifieke, eigen site. Dat er nog vele van zulke prachtige verhalen mogen volgen !!!
Leuk verhaal weer Peter en inderdaad van prima volume. Ook fijn dat je met je werk weer op de goede plek zit. Kijk al uit naar je CPC verslag.
Mooie blog. Ik hoop op nog meer, maar er komen alleen maar testberichten in mijn reader van je blog momenteel. Ik denk ik meld het maar even.
Dankjewel Dorothé voor je reactie. Sorry voor al die testrommel – ik heb een abonneerfunctie toegevoegd en die heb ik getest. Probleem is dat er nog veel uitgaande mails niet aankomen bij de ontvangers. Hopelijk krijg ik dat snel onder controle. Groet, Peter
Weer een prachtig verhaal Peter! Genoten.
Volgens mij kan ik me op deze manier abbonneren op nieuwe berichten, toch!?
Dat klopt Jantine – het is een beetje krom maar voorlopig moeten we het zo maar doen. Ik had een aparte plugin geïnstalleerd voor abonneren, maar de side effects waren te groot, dus die heb ik er maar weer afgesloopt. 🙂
Ik kan niet wachten tot de volgende blog! <3