Over Partnerschap, Pacers en Paardenstaarten

Geplaatst door

Wellicht herinneren de verstokte en hondstrouwe volgers van mijn hardloopavonturen het zich nog. Vlak voor Kerst 2014, daags na het afraffelen in 22:22 van de 3-Plassenloop in Zoetermeer (5km), meldde ik op mijn blog het volgende:

‘Ik zal er niet omheen draaien: sinds een aantal weken heeft bij mij (en bij haar ook natuurlijk) de liefde genadig en overweldigend toegeslagen. Zo’n liefde die niet alleen dol enthousiasme en opwinding teweeg brengt, maar ook één die (nu al!) zóveel rust, bekrachtiging, vertrouwen, warmte en toekomst geeft. Ja, zo eentje dus. Niet alléén roze wolken maar ook structuur en zingeving. Ik kan er nú al hele blogs over volschrijven, maar misschien is Looptijden.nl daar niet helemaal het geschikte platform voor.’

Op 11 november 2014 kwam Elfriede op een verder grauwe ochtend mijn leven binnengewandeld. Tot dat moment leefde ik mijn leven al een tijd lang alleen, als tevreden vrijgezel die totaal niet op zoek was naar wat dan ook. Vanaf die Elfde-van-de-Elfde veranderde Elfriede mijn leven echter compleet. Dit vanzelfsprekend in buitengewoon positieve zin, dat zal U duidelijk zijn. Binnen een jaar woonden wij samen, en afgelopen voorjaar bevestigden wij onze juichende liefde tijdens een feestelijke registratie van ons partnerschap. Compleet met partnerschapsregistratiejurk, -boeket en -taart. En met uiteraard de nodige partnerschapsregistratiegasten (3 maal woordwaarde) om met ons dit heuglijke feit te vieren. Onze kinderen (Elfriede’s zoon en mijn twee dochters) waren op die dag onze getuigen, en wij zagen dat het goed was.

Tobatleet en zijn partnerschapsregistratiebruid,
met partnerschapsregistratiejurk en partnerschapsregistratieboeket

Op zondag 11 november was het dus alweer 4 jaar geleden dat wij elkaar ontmoetten. En hoewel het destijds een drietal weekjes duurde alvorens wij ‘wat kregen’, houden wij toch de Elfde-van-de-Elfde aan als onze Romantische Feestdag. Maar ondanks al onze zinderende vreugde en ongebreidelde hartstocht besloten wij op ‘onze vierde verjaardag’ gewoon om elk ons eigen weg te gaan. Elfriede ging opnieuw naar haar schrijfcursus, en ik toog naar het iconische Olympisch Stadion in Amsterdam om daar de gelijknamige loop over 10 kilometer te verhapstukken (bron: Arranraja).

De Olympisch Stadionloop maakt deel uit van het Rondje Mokumcircuit, evenals onder andere de Middenmeerloop die ik een tweetal weken ervoor succesvol met loop- en blogvriend Arranraja voltooide. Start en finish zijn in het roemruchte stadion, op de atletiekbaan waar ik in 2016 Dafne Schippers en haar drie trawantes Europees Kampioen zag worden op de 4×100 meter estafette. In één woord geweldig was dat! Ik had tickets voor de eerste èn de laatste EK-dag geritseld, en samen met mijn lief genoot ik gedurende die twee dagen van superbe atletiek, met daarbij ook de nodige Nederlandse successen.

Olympisch Stadion nu

Ook is het Olympisch Stadion jaarlijks het toneel van de finish van de Marathon van Amsterdam, waarbij ik de halve afstand al vier maal tot een goed einde bracht. Zie hiervoor mijn lyrische verhalen over de edities van 2016 en 2017. De aankomst in het volle stadion is iets dat mij elke keer weer kippenvel opleverde. Overigens niet zo onlogisch als je De Haan heet. En oh ja, eerder dit jaar werd het WK Allround schaatsen hier verreden, bij de mannen gewonnen door onze landgenoot Patrick Roest – herinnert U zich deze naam nog?

OLympisch Stadion als voetbaltempel

Tenslotte, en hiermee zal ik de Feyenoord- en PSV-fans onder mijn blogcollega’s wel weer tegen de haren instrijken, vierde de beste club van Nederland er vele grote successen. Een betere club dan deze is er niet, zong Melvin terecht. Als ik een voorbeeld mag noemen (en dat mag ik): dankzij één treffer van Johan Neeskens en twee van Johnny Rep versloeg Ajax het Argentijnse Independiente op 28 september 1972 met 3-0 en eiste het daarmee de wereldbeker voor zich op. Maar ik kan nog veel meer wervelende Ajax-successen in het Olympisch Stadion noemen, edoch ik zal dit in verband met de gemoedstoestand van sommige niet met name te noemen collegabloggers nalaten. Misschien een volgende keer dan maar in het kader van de ellendespreiding. Bereid je maar vast voor, Jaco en Arranraja!

Om half tien des ochtends vertrok ik met stille trom uit ons stulpje richting het meest pythagoreske station van Nederland: het architectonische hoogstandje dat al sinds jaar en dag ons onvolprezen Gouda ontsiert. Wát een lelijkheid op de vierkante meter. Maar enfin, ook dit onderwerp moet ik zo zoetjes aan maar eens leren loslaten. Op weg naar het station was het weer even flink slalommen langs de zwaar gereformeerde kerkgangers die – zo hebben zij vanaf de kansel te horen gekregen – geen enkele ruimte moeten bieden aan ongelovigen en/of sportievelingen op de Dag des Heeren. Zeker als deze verdwaalden slechts partnerschapsgeregistreerd zijn in plaats van dat zij hun relatie als huwelijk voor het aangezicht van God hebben laten inzegenen. Nee, geen duimbreed geeft men toe op de trottoirs richting het station. Hun Rechte Pad is immers het enige Pad dat bewandeld moet worden. Amen.

Als vanouds kon ik weer lustig mediteren en muziek luisteren tijdens de reis naar de hoofdstad. Voor de liefhebbers: ditmaal streelden de klanken van Dhafer Youssef – Sounds of Mirrors mijn oorschelpen en gehoorgangen. En dat onder het genot van een loodzware cappuccino die ik nog even snel in de Kiosk had gescoord. Vanaf Gouda bracht een stoptreintje mij naar Bijlmer ArenA (BTW mooi stadion staat daar!) en daarna sleepte een Intercity mij naar Amsterdam-Zuid. Een zeer bekende plek voor mij: in de Roaring Eighties werkte ik een drietal jaren vlakbij dat station, bij de organisatie die nu KPMG heet. Bovendien woonden mijn zus en zwager ooit vlak in de buurt van mijn kantoor. Ik besloot tot een fraaie nostalgische wandeling langs mijn oude werkadres via de Parnassusweg, het Olympiaplein en de Stadionweg richting de roemruchte thuishaven van de Olympische Spelen van 1928. Het was koud, bewolkt en er stond een gevoelige wind, voilá de meteorologische uitgangspunten voor deze loop waarvan het tracé deels beschut en deels onbeschut zou zijn.

Lopers vullen het vertrek

In het van nostalgie druipende monumentale Olympisch Stadion was het een drukte van belang. Vlak voordat ik onder de toegangspoort van het stadion door schreed zag ik dat de 5km-lopers net waren gestart. Zij begaven zich en masse het stadion uit voor hun beproeving op de korte afstand. Boven de fraaie poort stond de bekende Olympische spreuk ‘Citius Altius Fortius’ – Sneller Hoger Sterker. Dit wenste ik deze 5km-atleten van harte toe. In het stadion gekomen liep ik over de atletiekbaan, en vervolgens over de grasmat. Allemaal gewijde grond, zoals ik zojuist probeerde duidelijk te maken. Ik keek naar de lege tribunes maar ik fantaseerde dat ik door een uitzinning publiek werd verwelkomd en toegejuicht bij mijn spectaculaire entree in dit heldenbolwerk. Vervuld van mezelf en mijn denkbeeldige Legioen stapte ik de enorme tent binnen die voor de Eretribune was neergezet.

Binnen was de drukte nog veel groter. Er stond een aanzienlijke rij voor de startnummers, en ondanks wat pogingen tot valsspelen mijnerzijds moest ik uiteindelijk achteraan plaatsnemen. Gelukkig was het leed snel geleden en kon ik het welbekende montagewerk aanvangen. Ik had gelukkig alle tijd van de wereld: het zou nog drie kwartier duren vooraleer het startschot voor de 10km-loop zou worden gelost. Al monterend en omkledend dacht ik na over het strijdplan. Ik zou niet alles gaan geven in verband met de op handen zijnde Zevenheuvelenloop op 18 november. Stiekem hoopte ik op een tijd rond de 55 minuten, en om dit doel te bereiken had ik besloten mij over te geven aan de grillen van een tweetal hazen die mij door deze verschrikking zouden heenslepen. Terwijl ik mijn strijdplan verder aan het concretiseren was ontwaarde ik opeens een bekend gezicht van twee weken geleden in Middenmeer. Het was Gilbert, broer van een oud-collega van Arranraja. Gilbert had – zo vertelde hij mij – op één na alle lopen van het Rondje Mokum-circuit verhapstukt, en daarom kon hij opgaan voor het binnenslepen van het fraaie herinneringsshirt. Uiteraard feliciteerde ik hem al bij voorbaat met dit eclatante succes. Na nog een zenuwenplasje in de catacomben van het majestueze stadion besloot ik een stuk te gaan inlopen op de baan waarop al die atletieksuccessen werden behaald. Ook daar trof ik Gilbert weer, die zich nog consciëntieuzer en geconcentreerder dan ik aan het voorbereiden was.

Zo zoetjesaan werd het tijd om de pacers voor 55 minuten op te zoeken. Zij waren gelukkig snel gevonden door de heliumballonnetjes die zij met zich meedroegen. Er was al een klein groepje ontstaan rondom deze gelegenheidshazen – en daar sloot ik mij gewillig bij aan. Op de vraag hoe zij hun race zouden opbouwen gaven ze als antwoord dat ze volkomen vlak zouden gaan lopen. Nom-de-Dieu! Liever had ik gehad dat ze iets langzamer zouden beginnen om vervolgens de tweede helft sneller te voltooien dan de eerste. Dat had beter bij mij en mijn huidige vorm gepast. Jammer maar helaas. Ik besloot toch maar bij deze groep te blijven. We zouden wel zien waar het scheepje zou stranden, of dit nu in het Nieuwe Meer, de Bosbaan of de Stadiongracht zou plaatsgrijpen. Of helemaal niet, dat kon ook nog.

Parcours Olympisch Stadionloop

Zoals door mij gevreesd pinden de hazen het tempo direct na het startschot vast op 5:30 de kilometer. Meestal moet ik even op gang komen, maar nu was daar geen gelegenheid voor. Om het stadion heen snelde het peloton richting de A10 en het spoor richting het Amsterdamse Bos. Op het Nieuwe Meer – zo zag ik – was een groot aantal zeilboten betrokken in een enerverende regatta. Omdat de weg nog redelijk breed was, kon ik de hazen goed volgen. Ik liep in het kielzog van twee dames die gehuld waren in paardenstaart. Zoals U weet heb ik wat dat aangaat mijn voorkeuren. Bovendien: zij sprongen steeds behendig in het spoor van de pacers die vanaf het begin al veel slowstarters aan het passeren waren. En daar kon ik dan mooi weer op inspringen, zij het een stuk minder behendig. Dat laatste werd wèl steeds lastiger naarmate we verder doordrongen in de wouden tussen het Nieuwe Meer en de Bosbaan. De paden werden allengs smaller, er lag overal gebladerte waardoor je het verschil tussen pad en zijbermen niet meer kon waarnemen. En omdat het een behoorlijk drukke loop was snelden de hazen continu door de bermen heen langs de langzamere lopers, gevolgd door mijn twee paardenstaarten en ikzelf die dus voortdurend moesten bijtrekken om bij te blijven. Hier was mijn hart-/longsysteem vandaag niet op ingeprogrammeerd, zo bleek al snel.

Bij de drankpost op 5 kilometer nam ik even de tijd om goed te drinken, waarbij het bij mij vooral zaak is om me niet te verslikken. Daarna volgde weer een klopjacht op het gehaasde groepje, dat ik vlak voor het 6km-punt kon inrekenen. We liepen inmiddels langs de Bosbaan, ook alweer zo’n sporttempel, maar dan anders. De inhaalexercitie had wel de nodige energie gekost, zo merkte ik. Op de Garmin-grafieken bleek achteraf dat mijn hartslag gedurende deze kilometers behoorlijk hoog was geweest. Na ongeveer 6.5 kilometer liet ik het groepje lopen en koos ik doelbewust een lager tempo. Ik moest mijzelf tenslotte niet voorbij rennen met het oog op de Zeven Heuvelen. Twee kilometers lang liep ik een tempo dat iets boven de 6 minuten per kilometer lag. Dat zou ongetwijfeld een positieve split opleveren, maar dat moest dan maar.

Na ongeveer 8 kilometer kwam dan de ommekeer. Ik was weer wat bij zinnen gekomen, mijn hartslag deed het ook weer wat beter, en ik nestelde mij voorlopig maar even veilig in het kielzog van een hardloopstel waarvan het vrouwelijke exemplaar ook al over een fraaie paardenstaart beschikte. In hun slipstream kreeg ik mijn motor weer een beetje aan de praat. En in de laatste kilometer, met het stadion alweer in zicht, vloog ik het koppel onder dankzegging voorbij en besloot ik nog even flink door te versnellen. Nog even wilde ik testen hoe het zat met mijn versnel- en sprintvermogen. We liepen nu weer om het stadion heen, en de verlossende eindstreep lag op ons te wachten.

De toegangspoort, met de spreuk
Citius Altius Fortius

Na het passeren van de fraaie toegangspoort krijg je opeens een kleine zee van ruimte. Bij de Halve van Amsterdam voelt dat ook altijd zo. Ik monsterde mijn Garmin en zag dat ik nog 20 seconden verwijderd was van de 56-minutenkaap. Hierop besloot ik tot een woeste en allesbeslissende eindsprint, Strak langs de binnenrand van de atletiekbaan snelde ik richting de finishmatten waar ik mijn uurwerkje stilzette op 55:57 netto. Uiteraard was dat wat teleurstellend, vanwege het voornemen om 55 minuten te lopen, maar ach we moeten daar ook niet al te veel over zeuren. Ik was tevreden over mijn laatste kilometer, een wederopstanding na het verval vlak daarvoor. Bovendien werd mijn ijver beloond met een prachtige medaille, voorzien van de Olympische Ringen, die mij vervuld van bewondering door een jeugdige vrijwilligster om mijn ranke hals werd gedrapeerd.

Het voelde uiteraard meteen koud na het finishen, maar toch bleef ik nog even langs de kant staan om enthousiast de nodige lopers over de streep te supporteren. Dat moet je iemand die over de tartan van het Olympisch Stadion snelt niet ontzeggen vind ik. Na een vijftal minuten vond ik het welletjes en wandelde ik terug naar de grote tent waar het beschut en enkele graadjes warmer was. Onderweg begroette ik Gilbert met een High-Five. De goede man had een eindtijd onder de 54 minuten neergezet en was daar zo te horen wel tevreden over. Hij maande mij om vooral 16 december mee te doen met de Bosloop in datzelfde Amsterdamse Bos, en ik verzekerde hem dat ik dat een gedachte zou geven.

In de grote tent werden de gemoederen al snel verhit na mijn binnenkomst. Koud had ik mijn tas teruggescoord bij de afgifte en was ik op een zorgvuldig uitgezochte vrije plek met het omkleden begonnen, of daar streek een groepje vrouwelijke deelnemers naast mij neer. Sommigen van hen waren ook weer voorzien van zo’n mooie paardenstaart. Ongegeneerd ontkleedden zij zich onder mijn aanvankelijk toeziend oog, zij het tussen de wimperharen door natuurlijk. Maar toen ook alle sportbehaatjes uitgingen om plaats te maken voor (ongetwijfeld) véél comfortabeler zittende exemplaren, werd het mij allemaal iets te veel. Even zag ik door al het hout de deuren niet meer. En ingedachtig het Oordeel van mijn zwaar Christelijke Stadsgenoten, èn mijn partnerschapsgeregistreerde status, besloot ik vertwijfeld mijn ogen ten hemel te slaan. Heel devoot, alsof ik veronderstelde dat dat soelaas zou bieden en dat al mijn zonden vergeven zouden worden. BTW voor de geïnteresseerden is een gedetailleerde en adequate beschrijving van de nok van de tent op verzoek te verkrijgen. Van de weeromstuit ging ik zelf ook maar topless, puur functioneel, om mijn doorweekte wedstrijdshirt te vervangen door een droog exemplaar. Het had evenwel niet als gevolg dat al die vrouwen ook opeens naar boven gingen kijken. Zo gelovig waren ze blijkbaar ook niet.

Na nog een afscheidplasje in de krochten van het stadion wandelde ik tevreden maar voldaan over de grasmat en de atletiekbaan het stadion uit richting tram 24 naar Amsterdam CS. En van daaruit boemelde ik heerlijk rustig en ijverig mediterend weer naar mijn woonplaats, naar mijn stulpje, naar mijn lief. Want we hadden natuurlijk nog een feestje te vieren. Niet alleen omdat zij mij steeds beter kan vertellen hoe je moet schrijven, maar ook omdat ik al vier prachtige jaren intens gelukkig met haar ben. Na een uitgebreide douchepartij mijnerzijds togen wij hand-in-hand naar Restaurant Buiten Eten & Drinken op de Oosthaven in Gouda. Ik kan U dit etablissement van harte aanbevelen voor wanneer U ooit eens in onze prachtige Kaas- en Stroopwafelstad verzeild mocht raken. Het bleef daar die avond nog lang onrustig zoals het gezegde luidt.

Goed voer hier

Morgen (ik schrijf dit op de zaterdag na het Olympisch Stadionfestijn) ga ik in Nijmegen proberen de voor mij vijfde Zevenheuvelenloop op rij tot een goed einde te brengen. Het wordt volgens Weeronline droog, zonnig, 6 graden met een flinke wind vanuit het oosten met windkracht 4. Dit levert een gevoelstemperatuur van hooguit 2 graden op. Hopelijk doe ik de goede kledingkeuze, hopelijk loop ik een acceptabele tijd, hopelijk vergeet ik niet te genieten, en hopelijk zijn collegablogger Ben Engel en ik in de gelegenheid om elkaar voor het eerst te ontmoeten en de hand te schudden. Ik kijk er naar uit!

Gepost op Looptijden.nl door Peter de Haan op zaterdag 17 november 2018 20:50

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.